6 mei 2015

Was sich liebt, das neckt sich

Jaren geleden volgde ik een cursus Taal en Stijl. In het wilde weg schrijven is leuk, maar ik vond dat er nog wel iets te verbeteren viel. Eén van de opdrachten was het schrijven van een column in bloemrijke taal. En met Dochter en Kater spelend in de woonkamer kwam er het volgende uit.

 --------

Er speelt zich in mijn huis een primitieve guerrilla af. Er wordt gebruik gemaakt van simpele tactieken: haren trekken, krabben, bijten, gillen, dreigen, achtervolgingen, opsluitingen: het kan niet op. Het bevalt mij niets; ik houd van pais en vree, van huiselijke harmonie en serene saamhorigheid. Maar mijn dochter van vier en mijn kater van vijf zijn niet van plan zich naar mijn wensen te voegen. Temidden van al het gebakkelei zijn ze het over één ding eens: rust roest. Ze ondermijnen eensgezind de harmonie des huizes met doortrapte strategieën, die er op gericht zijn elkander het leven zuur te maken. Dat ik als mater familias zeer lijd onder hun vitale agressie deert hen niet. Leven in de brouwerij, desnoods tot de uitputting er op volgt: dáár gaat het om.

Mijn huisraad is inmiddels het aankijken nauwelijks meer waard. Zo heeft een van de schemerlampen een aanzienlijke deuk opgelopen, en durft nu nog slechts met gebogen hoofd zijn licht te laten schijnen over het slagveld.

De lederen Chesterfield is compleet van zijn Engelse grandeur ontdaan. Hij voelt zich zeer vernederd door de hem toegebrachte krassen en kerven. Kortelings heeft hij mij te kennen gegeven, zijn diensten alleen nog maar te willen verlenen onder de bescherming van een grandfoulard.

Het wollen karpet, dat zich de territoriumdrift van kind en kat lijdzaam heeft moeten laten welgevallen, heeft het pand reeds verlaten. Door beide partijen bepiest en kaalgeplukt verkoos het de vernietiging via de Stadsreiniging boven nog meer vernederingen. 

Helaas weten de strijdende partijen van geen wijken. Men lijkt er behagen in te scheppen de status quo te handhaven. Men verenigt zich in een rebellie die zich direct tegen de ouderlijke macht lijkt te richten.

Zelf ben ik intussen ook een wrak, en stel mijzelve de volgende vragen: Ben ik een slechte ouder? Te streng? Te losjes? Hoe creëer ik een mentaliteit van  vreedzame coëxistentie bij mijn teerbeminde huisgenoten? Is daartoe het gebruik van mattenklopper en plantenspuit toelaatbaar? Bestaat er een cursus conflictbeheersing op kleuterniveau? Is er regressietherapie voor gesneden katertjes? 

Er blijft, vrees ik, maar één mogelijkheid over: mijn boosdoenertjes moeten samen naar een kindertehuis. Of naar een asiel. Want zeg nou  zelf: twee individuen, die elkaar dermate hartstochtelijk bestrijden, die kun je voor je goeie fatsoen toch eigenlijk niet scheiden…