11 feb 2019

Vader, ach Vader -2-

Dag Pap,                                                                                                                                         2018

even een berichtje van uw oudste dochter. Op deze stille novemberochtend werd ik wakker met u in mijn gedachten. De nostalgie van de herfst, ik weet het. Het is ook nu mooi in de tuin van mijn pastorie. De platanen zijn nog lang niet al hun blaadjes kwijt, maar evengoed wordt het kruisbeeld op het kerkhof steeds duidelijker zichtbaar. Eenzaam, spierwit, naakter dan naakt; weerloos hangt het daar de stilte van de winter af te wachten. Dat we eigenlijk allemaal van een Afrikaanse oermoeder afstammen, is aan deze beeltenis van de gekruisigde Jezus in Zaandam niet af te zien. Ik kijk door mijn nieuwe dubbelbeglaasde keukenramen naar buiten, en zie af en toe een paar buurtgenoten het kerkhof betreden. Kouwelijk in hun kragen gedoken zetten ze nieuwe lichtjes en potten met verse chrysanten neer, die deze week in de aanbieding zijn bij de supermarkt op het plein.

Ik kom vandaag maar moeilijk op gang. Ik mis u, Pap. Het verlies wordt niet minder, maar ik leer het beter te dragen. Toch zou ik zo af en toe uw stem weer willen horen, de wijze ogen achter de brillenglazen willen zien glinsteren, en met mijn hand over uw dunner wordende witte haar willen strijken. Vergeefs. De loop der dingen bepaalt anders. Ik moet over tot de orde van de dag, hoewel mijn persoonlijk getijdenboek eigenlijk iets anders dicteert. Dat zegt, dat ik naar "Death in Venice" moet gaan kijken, met de katten op schoot en een kop thee binnen handbereik. Maar ik ga straks mailen en boodschappen doen en lesgeven aan mijn lieve, trouwe leerlingen van de muziekschool. De was moet nog opgehangen worden, en de kattenbak moet schoon. Ik ruk me los van mijn keukenpanorama, maar u blijft nog even in mijn gedachten. Loop maar mee, Pap. We gaan er weer tegenaan.

Kindermuziek -8-

Dagdag...

Hij verlaat het leslokaal. Kijkt nog even om. Spontane knuffel voor mij, zijn zangjuf. Hij gaat na 7 jaar zangles op weg naar het buitenland, om daar zijn universitaire studie voort te zetten. Op weg naar negentien, op weg naar het echte leven. Hoogbegaafd, heeft al drie jaar wiskundestudie achter de kiezen, is heel muzikaal. Ik denk aan het verlegen, blonde jochie, dat -amper elf jaar oud- bij Pier K binnenkwam, samen met zijn moeder, met het klavieruittreksel van "The Phantom" onder zijn arm. Dát wilde hij zingen. Via zangerige omwegen, en met moed, beleid en trouw loodste ik hem langs de klippen van de stembreuk. En net heeft hij gezongen, waar hij toen voor binnenkwam... Hij is geen klein jongetje meer. Kop groter dan ik. Hij kan zijn onstuimige jongenmannenbaritonstem op veel repertoire loslaten. Maar koos voor deze laatste les toch de aria van "The Phantom". Dag, stralende, jonge man met die gortdroge humor waar we samen zo om moesten lachen...Zing je er maar doorheen. Je bent er klaar voor. Ik zal je missen...

Ontmoeting

ONTMOETING.

Een doordeweekse avond. Ik ben na het lesgeven nog druk bezig in huis. Als ik het grofvuil tegen middernacht heb buitengezet, zit ik nog even in de keuken, aan de achterkant van het huis. Een mooie avond; ik kijk naar buiten, naar de stille buren op het kerkhof. En dan zie ik eindelijk, wat ik al meerdere keren alleen maar hoorde: er is iemand -midden in de nacht- op het kerkhof... Het hek piept een beetje, en ik herken dat geluid op grote afstand. Ik heb er genoeg van. Wie heeft daar zo laat iets te zoeken? Ik ga naar beneden, doe de lichten aan, en ga naar buiten. Een gebogen figuur komt me langzaam door het hek tegemoet. Hij schrikt van mij, maar reageert verder rustig. Ik loop op hem af, en vraag hem, of alles goed is. Grote, droevige ogen, een vage geur van alcohol, dertiger. Ik vertel hem, dat ik waakzaam ben, als ik midden in de nacht het hek hoor piepen. En hij biedt onmiddellijk zijn excuses aan. Vertelt, dat hij verderop woont, dat kortgeleden zijn beste maat is overleden, en dat die "bij U" op het kerkhof begraven is. Hij mist hem zo... Af en toe houdt hij het niet meer uit, en gaat dan -ongeacht de tijd- even bij zijn vriend langs. Ik schaam me. Ik had het minder defensief kunnen aanpakken. Ik steek mijn hand uit, vertel hem mijn naam, en zeg hem, dat hij wat mij betreft 24 uur per dag welkom is. Dat ik het wél fijn vind, dat ik nu weet wie er af en toe op ongebruikelijke tijdstippen op "mijn" kerkhof is. En dat ik blij ben, dat we even hebben kunnen praten. Hij kijkt me aan, houdt lang mijn hand vast, en we zijn allebei even stil. Samen kijken we nog even naar het kerkhof, en nemen afscheid. Welterusten, en sterkte.

Ertegenaanhanger

Ertegenaanhanger      -   februari 2018


Ik ben een soort van geluksvogel. Want ik heb iets, dat op griep lijkt, maar het niet is. Na drie dagen ondergedompeld te zijn geweest in Netflix, boeken, oud-breiwerk-dat-nodig-afgemaakt-moest-worden, vitaminepillen, vakliteratuur en theegemberhoningkoffiesoep, krabbel ik weer overeind. Ik ben er beduidend beter aan toe dan menigeen, die écht heel ziek van de griep is. Toch irriteert dat "ertegenaanhangen" me mateloos. Het is al de derde keer dit seizoen. Het betekent enerzijds, dat ik een behoorlijk goede afweer heb, maar anderzijds, dat mijn afweer nét tekortschiet.

Zingen is geen handig vak, als je een Ertegenaanhanger bent. Ik loop bijvoorbeeld alweer een heel leuk concert mis: het docentenconcert van Pier K, zondag aanstaande, in de Theaterzaal van het gebouw in Nieuw Vennep. Geen liederen van Tschaikowski zingen, geen lied van Beethoven. Ik heb lubberspieren en een lubberstem: ik mag blij wezen, als ik vandaag zoiets zinvols als vuil verwijderen (héél nodig) en bladmuziek uitzoeken (héél erg nodig) voor elkaar krijg. Ondertussen de stem dus maar op de stofzuigermodus: hummen en blubberen terwijl de machine voor monotone backing vocals zorgt.
Desalniettemin: de katten stellen mijn huisgebondenheid op prijs. Hangen als verveelde kleuters tegen mijn benen; slapen in de onmiddellijke nabijheid van de keukentafel, waar ik mijn laptop heb neergezet, en waar ik resideer met uitzicht op het kouwelijke crucifix op het kerkhof achterin de tuin. Guapo, de puber, wil steeds op schoot, en drijft zijn hoektandjes uit pure liefde in schielijke opwelling in mijn polsen. Amasis, de roomblanke logé, kijkt al poetsend af en toe naar mijn verrichtingen. En de eerbiedwaardige gentleman in het gezelschap, Rodi, slaapt zijn oudemannenslaap in een stoel voor het raam, in twee zachte, warme kussens gezonken. Ze delen op gezette tijden alledrie hun vogeltjesfrustratie met me. Ik hoor getik en gekir en zie bevende onderkaakjes als er weer een brutale koolmees, houtduif of merel langs de gevel scheert. Ondertussen geniet ik stiekem van het prille voorjaarszonlicht en de verlegen bloeiertjes in de tuin van de pastorie waar ik aan alle kanten op uitkijk, hoewel de temperatuur Elfstedenbeloftes doet. De sloot is toegevroren, de eenden en de hoentjes zoeken hun toevlucht op de kant. De sneeuw in de lucht geeft me een duffe hoofdpijn.
Leerlingen heb ik moeten afbellen. Jammer. Ik heb alleen maar leuke in mijn equipage. En dan wil je zoveel mogelijk bezig blijven volgens het afgesproken stramien. Maar ze begrijpen het wel.
Domweg gelukkig, ook als je een Ertegenaanhanger bent? Ik geloof van wel.

Sint zonder Pap.

Sint zonder Pap - 2016.


Geen mooie rijmen meer, geen fraaie volzinnen. Ik kijk naar zijn portret, en denk aan al die op de oude typemachine gemaakte, van verbale knipogen voorziene en met Tipp-Ex gecorrigeerde epistels. Tweede Sinterklaas zonder Pap. Ik denk terug aan alle hilarische taferelen van vroeger. Aan Mokum, onze hond, die volledig van de kook raakte, toen mijn vader een keer in zijn Sinterklaas-superplie de woonkamer betrad, na een optreden in de buurt. Iets wat mijn vader niet vaak zou doen in zijn leven, maar waar hij wel erg veel plezier in had.

Zijn optredens als acteur en zanger in de jaarlijkse personeelsfeesten van de NCR, waar mijn vader meer dan veertig jaar werkte, waren legendarisch. Grote feesten waren het, waarbij er voor platvloers geleuter en geschmier geen plaats was. Er werden échte artiesten geëngageerd, zoals Milly Scott. Krasnapolsky of het Hilton werd afgehuurd, en de getalenteerde NCR-artiesten werden vakkundig gecoacht door Meneer Rietveld, om zo een mooie voorstelling vol insidersgrappen neer te zetten. Deze stoere, boomlange vent werkte ook bij de NCR, maar was oorspronkelijk beroepsmuzikant. Hij kon zijn vak als musicus niet meer uitoefenen nadat zijn eerste vrouw geprobeerd had hem met rattengif te vermoorden. Hij liep onherstelbare neurologische schade op. Maar regisseren en aansturen kon hij als de beste, waarbij hij geassisteerd werd door zijn tweede vrouw. Dat was een klein, kwiek, charmant en bijdehand vrouwtje, dat hij onveranderlijk aansprak als "Gup". 

Mijn vader was gek op Meneer Rietveld, en genoot van de uitvoeringen. Mijn vader, de komiek. Inclusief diepgeworteld, onbespreekbaar, diep verdriet achter de stevige façade van humor en gevoel voor theater. De laatste jaren ontbrak het hem aan de energie om actief Sinterklaasfeest te vieren. Te moe, zo down, maar blij met het zakje pure pindarotsjes, dat de Sint hem ieder jaar schonk. Familietraditie.