26 sep 2020

Mignon - Moria

 MIGNON - MORIA

Kent u het land, waar ik tot nu toe woonde?
Het is niet meer. Ja, om te zien nog wel.
Maar daar waar ooit het warme hart zich toonde,
Daar klinken holle vaten, luid en schel.

“Ach, laat de kinderen toch tot mij komen”…
Nou, niet in Nederland. Vergeet het maar.
Ik denk aan christelijke waarden: lege dromen!
Zo hoog te paard dit volk, maar het is zonneklaar:

We hebben ons fatsoen allang verloren.
We schamen ons allang nergens meer voor.
We wassen anderen heel graag de oren,
Maar met ons eigen wangedrag gaan we maar door.

De neoliberale Farizeeër
die arrogantie paart aan cynisch rekenwerk:
hij is een ordinaire patjepeeër.
Ik wens hem sterkte, in zijn eigen duivelskerk.

Requiem.

Requiem.

Een vogel is gestorven in mijn hand. 
Kwam elke dag wat snoepen van het voer 
dat ik op tafel strooide. En heel stoer 
kwam hij dan voor het raam, tot aan de rand

 van vensterbank of deurpost liedjes zingen. 
De katten gingen eensgezind op tilt.
 En dan gebeurt er toch wat je niet wilt: 
Eén kat ontsnapt, en kan zich niet bedwingen. 

 Een vogel is gestorven in mijn hand. 
 Wég roodborstje, zo waakzaam en brutaal; 
Met één slag van een klauw, fel en frontaal 
Lag het, al bijna dood, stil aan de kant. 

 Een vogel is gestorven in mijn hand. 
Ik ga het etensbakje nu maar slopen 
en zal een mooie voedertafel kopen, 
die tegen kattenklauwen is bestand. 

 Geen wereldnieuws, het komt niet in de krant. 
Mijn kat, die is zich van geen kwaad bewust. 
Eet van de brokjes, die hij zo graag lust. 
Maar ik voel nog dat vogeltje in mijn hand...