27 jan 2014

Kindermuziek -4-

Schoffie.

Schoffie is dood.
Werd bijna 4 jaar.
Zacht en lief, met kraaloogjes en snorharen en mooie ronde oortjes.
Schoffie was een hamster.
En zijn baasje was een van mijn kindjes van het kinderkoor.

Ze kwam stil de les in en ging meteen zitten. Mapje met muziek op schoot.
Nu is ze nooit wild of gek of maf, zoals sommige andere kinderen.
Een lief, slim, introvert klein blond meisje met een zacht, maar prachtig stemmetje en onwaarschijnlijk zuiver zingend.
Zuiver, dat is ze. Een stille bron met diepten die nog gepeild mogen worden. Ooit.

Maar vandaag is er iets onherstelbaars gebeurd. Iets, wat je je kinderen wilt besparen, maar waar je ze tegelijkertijd mee moet leren omgaan, omdat het bij het leven hoort. Dood.

Als ze binnenkomt, zie ik al dat er iets is, maar laat haar even begaan. 
Totdat we "Stekelvarkentjes Wiegenlied" gaan instuderen. Zoveel liefs voor een klein dierenkind wordt haar teveel. Tranen wellen op uit grote blauwe ogen, die mij aankijken, alsof ze zelf verbaasd zijn dat er zoveel vloeibaar verdriet uit kan stromen.
Ik leg de les stil. "Wat is er, schat?"
Even blijft het bij snikken. Dan klinkt het, harder dan ze ooit gezongen heeft: "Schoffie is dood!"

Een waaier van reacties ontvouwt zich. Het ene kind slaat meteen onhandig maar ontzettend lief een stoere jongensarm om haar schouder. Een ander zegt: "Wat is een schoffie?" Nummer drie zegt: "Mijn oma is ook dood". En de rest kijkt beurtelings van haar naar mij. In een reflex open ik mijn armen en ze kruipt onmiddellijk op schoot. En we praten even met zijn allen over Schoffie. Dat het haar hamster was, en dat hij gisteren doodging, En dat hij straks begraven wordt en dat ze maar niet kan stoppen met huilen en dat ze steeds aan hem moet denken. En we praten over de narigheid van dood, en dat het zo lastig is dat het bestaat. (Over het nut van de dood hebben het maar even niet gehad. Nu even niet rationaliseren.) Ze blijft een paar minuutjes zitten. Maar gaat dan weer terug naar de stoel; ze heeft genoeg van het medelijden en de aandacht. We gaan verder met zingen, terwijl ze in en uit haar verdriet stapt. Probeert dapper mee te zingen om niet steeds aan Schoffie te denken. Kinderen kennen van nature feilloos de grenzen van de hoeveelheid verdriet die ze verdragen. Als ik tegen het einde van de les haar papa voor het lokaal zie staan, haal ik hem vast naar binnen. Dan breekt ze opnieuw. Oeverloos kinderverdriet, dat niet in woorden te vatten is, spoelt door het lokaal. Een paar kinderen hebben het niet in de gaten, en rennen al spelend en dollend door het lokaal. Dat is prima. Gewijde stilte is wel het laatste dat mijn rouwende kindje nodig heeft. Ze vlucht in papa's armen. En gaat met hem weg naar de plek waar Schoffie in aanwezigheid van de hele familie een laatste rustplaats zal vinden.


Kindermuziek -3-

Zelf gemaakt.

Het is weer woensdagmiddag. De kinderen komen zo voor hun wekelijkse les. We zingen liedjes, maar zijn ook al bezig met een beetje notenlezen. Bovendien komen de kinderen in toerbeurt een individuele les halen. Vandaag is een van de laatst aangemelde meisjes aan de beurt. Vorige week kwam ze al stralend naar me toe. "Juf, ik ben nu niet meer bang. Ik ben nu...onverlegen!" Grijns onder wangetjes vol sproeten.

Vandaag is ze toch wel onder de indruk van het feit, dat ze alleen is met me, maar ze heeft veel te vertellen. Op mijn vragen antwoordt ze niet; ze kijkt dwars door me heen, en gaat verder met haar dringende verhaal. Ze vertelt me, dat er altijd liedjes in haar hoofd zitten, ook als andere mensen tegen haar praten. En dat daar van die mooie woordjes bij horen, die zomaar opborrelen.

Ze is  dyslectisch. Ze heeft moeite met lezen, maar kan nieuwe liedjes heel  snel correct onthouden. Soms spreek ik een tekst in haar moeders telefoon in, zodat ze al van tevoren weet, wat de woordjes zijn van een nieuw liedje. En dan kan ze moeiteloos meedoen met de rest van de groep.

Vandaag gaan haar gedachten en emoties alle kanten op. Er zit maar steeds een liedje in haar hoofd, en dat wil ze laten horen. Maar ze durft niet goed, bang dat ik het niet mooi vind. En ze vergeet af en toe hoe het gaat. Dat ergert haar! Samen denken we na.

Ik:"Vind je het eng om het gewoon te gaan doen? Alles mag fout gaan, dat is niet erg."
Zij:"Maar ik snap het niet. Thuis gaat het vanzelf, en hier krijg ik een kriebeltje in mijn buik."
Ik: "Waar zou dat kriebeltje vandaan komen?"
Zij:....Kijkt me aan met kristallen ogen, dan blik naar de grond; blik weer terug naar de juf.
Ik: "Zou het komen omdat ik niet bij jou thuis woon? En je dus helemaal niet gewend bent aan mij om je heen?"
Zij: "Misschien. Kun je even achter het gordijn gaan staan? Dan kan ik je een soort van vergeten."
Ik: "Ja hoor."
En ik verstop me achter het zware fluwelen gordijn.

Zij: "Het helpt niet!"
Ik: "En als jij nu eens achter het gordijn gaat staan, tot het allemaal weer terug komt? Dan leg ik mijn telefoontje klaar met de voice recorder, en als je dan weer tevoorschijn komt ga je het zingen, nemen we het op."
Dat doen we. En daar zijn daar opeens de woordjes en een melodietje, dat ik met een paar akkoorden op de piano handen en voeten kan geven:

"Jij bent hier,
jij bent daar,
jij bent alles wat ik maar zou kunnen wensen.
jij bent nooit alleen,

samen zijn we een.

jij bent weg...

NOU!! Ik weet het niet meer!!"  Fronsen in het voorhoofd en stampend voetje.

"Nu vindt niemand het meer mooi!"

Ik voorzie een crisis.
"Liefie, wat ben je streng voor jezelf. Weet je wat er gebeurt, als je dat kriebeltje krijgt? Dan ben je bang om wat een ander van je vindt. En dat hoeft niet. Ik ben de enige ander hier. En ik vind echt dat je dit heel erg goed doet, en je bent het nog maar net aan het proberen".
Zij: "Ja, maar jij bent juf en je moet wel zeggen dat het goed gaat want anders ben je bang dat ik het niet meer leuk vind!"
Ik: "Ik spreek nu met je af, dat als het niet helemaal goed gaat, dat ik dat dan eerlijk tegen je zeg. Want als ik niet eerlijk tegen je ben, leer je niet wat er nog beter kan. Wat vind je daarvan?"
Zij:" OK...maar dat moet je dan wel echt doen, hoor."
Ik: "Dat beloof ik. En mag ik nu dan tegen je zeggen, dat je een heel mooi  liedje aan het maken bent?"

Het mag.